Doorbraakdal
Sporen uit de ijstijd

Doorbraakdal

De Hondsrug vormt een scherpe grens tussen het Drents Plateau met het beekdal van de Drentsche Aa en het stroomdal van de Hunze. Toch wist smeltwater na de Saale-ijstijd een doorbraak door de Hondsrug te forceren.

Glaciaal landschap Hondsrug

Het glaciale landschap van de Hondsrug toont vaak nog onaangetast  de sporen van de ijstijden. De Hondsrug strekt zich uit van de stad Groningen tot in het Bargerveen in Zuidoost-Drenthe en bereikt bij Emmen haar hoogste punt (32 meter boven NAP). De rug vormt een scherpe grens tussen het Drents Plateau met het beekdal van de Drentsche Aa en het stroomdal van de Hunze.

De ruggen en dalen zijn in de opeenvolgende ijstijden gevormd. Schuivend landijs en snel stromend smeltwater boetseerden de Hondsrug. De dikke ijskap voerde grote zwerfkeien aan vanuit Scandinavië. IJskoude poolwinden veranderden het gebied in een kille woestijn, maar tijdens de interglacialen – periodes tussen de ijstijden warmde het klimaat op. Soms was het zelfs nog warmer dan tegenwoordig. Het landijs vormde in Drenthe vier rechte lijnen in het landschap: de Hondsrug en enkele ruggen – de Rolderrug, Tynaarlorug en Zijenrug – ten westen ervan. Het landschap van de Hondsrug komt op het conto van drie ijstijden :
– Elster-ijstijd (475.000-410.000 jaar geleden)
– Saale-ijstijd (370.000-130.000 jaar geleden)
– De Weichsel-ijstijd (110.000-12.000 jaar geleden)
Regelmatig smolt het ijs, Aan het eind van de Saale-ijstijd, zo’n 150 duizend jaar geleden, kwam binnen het smeltende ijs een ijsrivier in beweging. Deze ijsrivier zorgde voor het patroon van evenwijdige ruggen en laagten in Drenthe. De Hondsrug is de meest oostelijke rug. Ongeveer 12.000 jaar geleden, aan het einde van de Weichsel ijstijd,  konden planten en bomen zich ontwikkelen tot uitgestrekte wouden. In de beekdalen groeide onder invloed van de stijging van het grondwaterpeil vervolgens het veen.

16-Drenthe.nl Elperstroom

Saale ijstijd

Toen ongeveer 130.00 jaar voor Christus de Saale-ijstijd ten einde kwam smolt de sneeuw. Slechts in de zomermaanden kwam de temperatuur boven het vriespunt en ontdooide de bovenste bodemlaag. Deze bovenlaag veranderde dan in een zompige, natte massa. Omdat het regen- en smeltwater door permafrost niet in de grond kon trekken stroomde het langs de flanken van de Hondsrug weg en sleep zo de dalen uit.

Flessenhals – Borger
Om het proces te begrijpen moeten we terug naar de Elster-ijstijd, meer dan 400.000 jaar geleden. Tijdens deze ijstijd zijn door schuivend landijs enorme geulen in het landschap ontstaan met soms een diepte van wel 300 meter. Ten zuidwesten an Borger lag zo’n diepe geul. In de loop der eeuwen is de geul tijdens de ijstijden met zand, klei en stenen ondieper geworden. Aanvoer van water vanaf het Drents Plateau  leidde aan de westkant van de Hondsrug – tengevolge van relatief slechte afwatering – tot ophoping van water en onstond er een moeras. De geul bleek een zwakke plek in de Hondsrug  want hier is uiteindelijk een doorbraakdal ontstaan waardoor het water via de Hunze kon afstromen.  Tegenwoordig kennen we dit doorbraakdal als ‘Voorste Diep’ samen met het Achterste Diep zijn dit de bronrivieren van de Hunze. Het Achterste Diep ontspringt op de oostflank van de Hondsrug in het Hunzebos.

Besloten Venen – Noordlaren
Eenzelfde situatie speelde zich af in de kop van Drenthe tussen Glimmen en Noordlaren waar het water van de Drentsche Aa vastliep op de Hondsrug.  Door de relatieve slechte afwatering ontstond hier een veengebied van zo’n 400 m breed dat als het ware opgesloten (besloten) was door het zand van de Hondsrug. De Besloten venen is een doorbraakdal omdat aan het eind van de Weichsel ijstijd smeltwater een laagte uitspoelde die dwars door de Hondsrug naar het stroomdal van de Hunze liep.  Door latere moerasvorming slibde dit doorbraakdal dicht. In 2015 is in de Besloten Venen een natuurontwikkelingsproject gestart  om water van de Drentsche Aa het gebied weer binnen te brengen. Er zullen overstromingsgebieden ontstaan waar bevers en otters zich prima thuis gaan voelen.

Na de ijstijden vestigde de prehistorische mens zich op de Hondsrug. Neanderthalers, Trechterbeker- en Klokbekercultuur en hunebedbouwers lieten hun sporen na. Ongeveer 5000 jaar geleden legden boeren kleine omwalde akkers (raatakkers ofwel Celtic Fields) aan en veranderden opnieuw het Drentse landschap. Die gelaagdheid aan opeenvolgende invloeden is nog altijd goed leesbaar. Talloze hunebedden en grafheuvels zijn hiervan de stille getuigen.

Doorbraakdalen Hondsrug